Orde: Redemptoristen (c.ss.r.). Kloostergeloften afgelegd op 29 september 1886 (want op 29 september 1911 is dat 25 jaar geleden). Tot priester gewijd: 8 oktober 1891.1 Lector aan het Juvenaat te Roermond en het Scholasticaat te Wittem (gedurende 6 jaar); missionaris in o.a. kloosters te Roosendaal en Amsterdam, maar ook in België en vanaf 1905 voor Nederlandse arbeiders in Duitsland; professor aan het College der Redemptoristen te Baltimore (U.S.A.) (september 1907 - maart 1908); directeur van het St. Alfonsus Retraitehuis te Amersfoort (maart 1911 t/m december 1913, eervol ontslagen om gezondheidsredenen); auteur van o.a. "Levensschets van den H. Clemens Maria Hofbauer", 96 blz., uitgever G. Mosmans (De Noord Brabanter 26 mei 1909); procurator in het apostolisch proces ter zaligverklaring van Petrus Donders. Woonplaatsen: op 3 januari 1878 vanuit 's-Hertogenbosch als schoolleerling ingeschreven in De Ruwenberg in St. Michielsgestel, in 1880 naar het Seminarie v/d Redemptoristen in Wittem; Wittem (tot 3 september 1892), Roermond (3 september 1892), Roosendaal (28 december 1895), Roermond (18 januari 1898), Roosendaal (7 november 1898), Roermond (27 juni 1901), Amsterdam (16 mei 1902), Wittem (19 december 1904), Roosendaal (3 maart 1907), New York (14 oktober 1907), Roermond (27 maart 1908), 's-Hertogenbosch (23 oktober 1909 tot maart 1911 en wéér vanaf januari 1914 tot ?).2 Omdat zijn moeder een Friezin is wordt hij ook opgenomen in het religieuzenbestand van het ADRKF. |
Noten | |
1. | De Tijd, 11 september 1916 |
2. | Bevolkingsregisters wiewaswie.nl |
H.J. Dieben, Biografisch Lexicon (1928) 93